Er zijn verschillende soorten smalle doorgangen, afhankelijk van de breedte van de beide draden.
Als je een breedte van 2 meter of meer hebt, is er geen speciale opstelling nodig:
Als je smalle doorgang tussen 1 en 2 meter is, moet je de volgende opstelling gebruiken om ervoor te zorgen dat de robot zijn weg in en uit de subzone kan vinden:
Smalle doorgangen moeten altijd stevig, vlak en glad zijn: